Een ontmoeting met mezelf

Vanaf de ingang van de supermarkt was het niet ver meer. Even doorlopen naar de weg en vanaf daar had je uitzicht op de speeltuin. De speeltuin waar ik meer voetstappen heb liggen dan waar dan ook. Als ik mezelf ergens zou kunnen vinden dan was het daar wel. Een andere plek was het schoolplein, maar daar was niemand te bekennen. Het lag er verlaten bij en het enige geluid was dat van de bladeren die werden meegenomen door de wind.


Daarvoor had ik mijn geluk nog beproefd bij het plaatselijke busstation maar aangezien het vandaag zondag is en er weinig bussen rijden leek me dat ook niet voor de hand liggend. En inderdaad, het busstation lag er verlaten bij. Geen groepjes mensen waar ik altijd tussen stond te wachten, geen voorbij zoemend verkeer, geen fietsers die onderweg waren naar waar dan ook. Ook hier was ik niet te vinden.


En dus liep ik twintig minuten richting het noorden, naar de plek waar ik was geboren en waar ik het grootste gedeelte van mijn jeugd heb doorgebracht. Voorbij het schoolplein, langs de supermarkt richting de speeltuin. Langs huizen die ik me nog herinner uit mijn jeugd, lopend over stoeptegels die mij jaren eerder hebben gedragen en dat nu weer doen.
De weg oversteken, de brug over en met elke stap kwamen de zandbak, het klimrek en de schommels steeds dichterbij. Daar op een van de bankjes zag ik iemand zitten en al snel herkende ik het rode shirt, de blauwe korte broek en het platte blonde haar. De zoektocht was ten einde want daar zat ik dan.
Ik weet nog dat ik vroeger erg verlegen was en dus hield ik afstand. De kleine ik zat in de zon met een krijtje in zijn hand tekeningen te maken op het bankje. Tot nu toe ziet hij me niet want de kleine ik leek op te gaan in zijn eigen wereld, zich niet bewust van wat er om zich heen gebeurde.

Het was op een bepaalde manier ontroerend om mezelf zo te zien zitten, wetende wat hij nog allemaal zou gaan beleven. De fouten die hij zou maken, de mensen die hem zouden kwetsen.
Een diep verlangen maakte meester van mij om hem te waarschuwen voor alles wat deze jongen nog te wachten stond. Ik wilde als het ware naar hem toe lopen, naast hem gaan zitten en de grote lessen van het leven onderwijzen.
Maar bijna tegelijkertijd bedacht ik me, want wat zou het gaan uithalen? De jongen die daar zat was nauwelijks ouder dan een jaar of zes dus hij zou niets begrijpen van wat ik zou zeggen. En dus besloot ik dat ik mijn afstand zou bewaren en hem zelf zijn lessen zou laten leren. Zonder de hulp van mijn ervaringen.

Ik ging zitten in het gras op ruime afstand van de jongen die later de man zou worden die ik nu ben. Hij keek op en zag me zitten. Toen we elkaar aankeken hief ik mijn hand op en zwaaide. De jonge ik leek even te twijfelen maar zwaaide vervolgens terug.
Toen stond hij op en liep hij weg. Op weg naar de toekomst, op weg naar de meeste van mijn herinneringen. Ik had hem zoveel willen vertellen, ik had hem voor zoveel dingen willen behoeden maar al is mijn leven de zijne, toch is het niet aan mij om het verschil uit te leggen tussen wat goed is en wat niet. Het is niet aan mij om hem te sturen in zijn keuzes.

De kleine ik is inmiddels uit het zicht verdwenen. Vermoedelijk op weg naar een van zijn vriendjes die in de buurt wonen. Dezelfde vrienden die hij jaren later uit het oog zou verliezen omdat dat nu eenmaal gebeurt. Mensen komen en gaan en je kunt ze niet allemaal bij je houden, want de paden die je bewandelen lopen soms evenwijdig maar vaak ook weer niet.
Ik besluit mijn weg te vervolgen, de weg naar mijn eigen wereld van vandaag de dag. Op weg daarnaartoe denk ik aan de kleine ik en alles wat hem nog te wachten staat, aan dat alles wat voor mij in het verleden ligt. Zoals bij een ieder zal ook voor hem het leven soms goed gezind zijn en soms zou het hem pijn doen. Maar als hij over tientallen jaren weer op deze plek is, zou hij beseffen dat het allemaal niet voor niets is geweest en dat hij eigenlijk een heel tevreden man is geworden.


Onder de nieuwe zon

Maandenlang had ze er naar uitgekeken en hier stond ze dan. In een zonnig land en ver verwijderd van alles wat haar vertrouwd is. Eindelijk was ze op de plaats van bestemming. Vakanties zijn altijd iets om naar uit te kijken en in haar geval had ze de vakantie dubbel en dwars verdiend.
Het was al met al een pittig jaar geweest. Er was veel gebeurd. In een flits ging alles nog een keer door haar heen. De mensen die haar waren ontvallen. De pijn en het verdriet. Maar daar wilde ze nu verder niet meer aan denken. Wat haar betreft stond deze trip in het teken van de definitieve overbrugging naar wat komen gaat. Wat geweest is, is geweest. Nu was het tijd om naar de toekomst te kijken. De clichés vielen wat dat betreft over elkaar heen. Een vrouw met een gebroken hart zoekt een warm land op, om een nieuwe start in te luiden en het verleden achter zich te laten.
Ze zette haar koffer neer in de hotelkamer. Zoals altijd zou later blijken dat ze best wat kleren niet mee had hoeven nemen. Maar het risico dat ze mis zou grijpen deed haar toch besluiten om de koffer zoveel mogelijk vol te proppen.

Ze had al best wat van de wereld gezien maar nog nooit was op singlevakantie gegaan. Een groep vrijgezelle mensen die allemaal hetzelfde willen, namelijk een leuke vakantie met elkaar beleven. Hoezeer ze dit ook wilde, toch zou het wennen zijn, om voor zestien dagen met al die verschillende mensen in een bus te zitten. Ze was een persoon die liever haar eigen mensen uit zocht. Maar ze nam het op de koop toe, aangezien ze weg wilde zijn en toch niet alleen. Bovendien leken de meeste mensen haar niet onaardig.

Ze had ongeveer een uur om bij te komen van haar reis, haar koffer uit te pakken, zich op te frissen alvorens het eten beneden klaar zou staan. De komende dagen zouden er heel wat activiteiten op de rol staan. Van lange wandelingen door de natuur, langs watervallen, naar vulkanen, tot het bezichtigen van verschillende musea. Ze had er enorm veel zin in.
Ze liet ze zich vallen op het bed. Als ze nu haar ogen zou sluiten, zou ze zo in slaap kunnen vallen. Dat idee stond haar wel aan maar in plaats daarvan keek ze naar het witte plafond. Haar blik ging de eenvoudige kamer rond. Een kast, een spiegel, een tafel, een stoel en schilderij wat boven haar bed hing. Het was haar niet eerder opgevallen. Zoveel had ze niet met kunst maar nu ze het had gezien was ze gefascineerd door wat ze zag. Het schilderij beeldde een menspersoon uit die vloog door de wolken. De armen waren gestrekt, het hoofd omhoog. Alsof het vol vertrouwen op zijn doel afging. Uit het hoofd van het persoon vlogen tientallen vogels de wijde wereld in.

De betekenis was niet gelijk duidelijk. Toch liet het kunstwerk haar niet los. Op de een of andere manier voelde ze een band met de persoon die daar zijn vrijheid tegemoet vloog. Ze stelde zich zo voor dat de vogels als metafoor stonden, voor de ideeën en de plannen die werden gemaakt. Na alles wat die persoon had meegemaakt, voelde hij weer de ruimte om zijn leven in eigen hand te nemen en plannen voor te toekomst te maken.
Terwijl de momenten hiervoor in het teken stonden van het netjes rangschikken van de kleding en haar toiletspullen was ze nu helemaal opgegaan in het schilderij. Ze voelde hoe haar ogen vochtig werden. Dit is niet wat ze wilde maar ze kon het niet helpen. Op de een of andere manier riep het schilderij iets bij haar op. Ze besefte dat ze nu ook op het punt was aangekomen, dat ze weer de regie over haar leven aan het krijgen was. Na de zomer zou ze weer gaan studeren, ze wilde weer nieuwe mensen gaan leren kennen en voelde dat ze steeds meer open ging staan voor een nieuwe relatie. Al deze dingen zijn haar vogels die op het punt stonden geboren te worden en binnenkort het levenslicht zouden zien.
Dit alles bracht haar gedachten terug naar vorig jaar. En ze vroeg zich af of hij ook aan het vliegen was. Of hij ook plannen maakte. Ze hoopte het. Want ondanks de vele misverstanden die er waren tussen hen gaf ze nog wel om hem.
Vervolgens liet ze het los. Haar voeten raakten de vloer en ze begaf zich naar de badkamer. Tijd voor sentiment was er genoeg geweest. Nu was ze onder de nieuwe zon, in het zonnige land waar ze was begonnen aan het nieuwe hoofdstuk. Ze liet een lampje branden voor als ze vanavond terug zou komen. Even later sloot ze de deur van haar hotelkamer. De schemering had zich buiten inmiddels ingezet. Niet dat ze dat als een metafoor zag voor haar leven. Het schilderij op haar kamer was dit des te meer.


De belofte van Iona

Ik nam het vliegtuig, toen een trein, vervolgens nog een trein, toen een boot, toen stapte ik in de auto om vervolgens via een pont mij naar het eiland te laten vervoeren.

Het loont om dagenlang onderweg te zijn naar een bestemming die ik gerust bestempel als een van de mooiste waar ik tot nu toe ben geweest. Ik had het gevoel alsof ik aan het einde van de wereld terecht was gekomen, waar tijd slechts een bijzaak is op een plek die zich niets lijkt aan te trekken van de rumoerige wereld die zich daar ergens aan de overkant van het water bevindt. Een stad als Parijs of Londen bezoek je. Het Schotse eiland Iona, daar ben je te gast. 

Plechtig begeef ik me door de gangen van het klooster en nergens zoveel als hier beklijft mij het gevoel dat ik een passant ben uit een andere tijd, een genodigde die het genoegen heeft om hier te zijn. Voor even voel in een scheut van heimwee terwijl ik hier pas koud een half uur ben. Mijn gevoel loopt alvast vooruit op de zaken en ik denk aan de persoon die ik dit alles wil laten zien. Ik zie ons hier al lopen en mijn enthousiasme wordt alleen maar groter op het moment dat de zon het contrast van het landschap nog meer versterkt. Het groen van de heuvel versus het blauw van de lucht. Het wit van de wolken versus het blauw van het water.

Ik heb een voorliefde voor eilanden en ook bij Iona heb ik direct het gevoel van verbondenheid. Eilanden hebben geheimen die ze niet direct prijs lijken te geven voor de mensen die hier maar voor even zijn. Eilanden zijn geïsoleerd, op een romantische manier eenzaam, tevens eigenwijs, en creëren een betoverende sfeer waar ik steeds maar weer in ondergedompeld wil raken. 
Ik zit uren aan het strand en zie hoe de golven op de golven blijven beuken. Een ritmisch spel wat zich al eeuwen lang herhaalt. Ik voel de graslanden onder mijn voeten en door het ongerepte karakter voel ik me veilig en voel ik me thuis, ook al ben ik dat niet maar zou ik dat wel willen zijn. Heuvels worden vlaktes, vlaktes veranderen in weggetjes. Weggetjes komen aan in dorpjes en dorpjes herbergen mensen die het voorrecht hebben om te zeggen dat ze hier wonen.
Een dag lang dwaal ik hier rond maar het is te kort. In gedachten doe ik Iona een belofte en dat is dat hier terug ga komen.
Dan gaan we hier dagen verblijven, de zon onder zien gaan en haar weer zien herrijzen. Dan zullen we ook voor even ervaren dat tijd ondergeschikt is aan wat dan ook en dat alleen de kracht van het ervaren maakt dat we voelen dat we echt leven.
Dat is een belofte die ik waar wil gaan maken. Iona wacht op ons.